Het ontstaan van een familienaam
Een studie van Kees Nieuwenhuijsen
Om twee of meer personen met dezelfde naam te kunnen onderscheiden, voegde men aan de naam de
vadersnaam patroniem toe of een toenaam.
Dit ontstond vanaf de 12e eeuw door de groei en concentratie van de bevolking.
Vanaf de late middeleeuwen werd deze tweede naam een erfelijke familienaam
van vader op zoon.
Hier kwamen meerdere personen met dezelfde twee namen voor, zelfs in dezelfde
familie.
Om onderscheid te maken tussen deze personen werd gebruik gemaakt van de
vadersnaam voor de familienaam.
Ook nam men wel de familienaam van de moeder of grootvader van moederszijde
aan.
Bij het invoeren van de burgerlijke stand werden de familienamen vastgelegd.
Daar velen al een familienaam hadden zou men kunnen zeggen dat bij de
invoering van de burgerlijk stand de vastlegging van de familienamen het
vastleggen van de bestaande situatie was.
Daar waar het patroniem als onderscheid van elkaar werd gebruikt kon men in
een naamsaannemingsregister een familienaam laten vastleggen. Vooral in het
noorden en oosten van Nederland kwam dit voor.
Patroniem (of vadersnaam)
Een patroniem kan men als tweede naamvalsvorm van de voornaam van de vader
beschouwen:
Yke Fokkes, Harmen Hendriks.
Vaak zijn patroniemen voorzien van het achtervoegsel 'zoon' of 'dochter',
Andries Andrieszn, Fempje Woutersdr.
Toenaam
Een toenaam kan men als nadere aanduiding verstaan van een persoon bij diens voornaam.
Zoals de aanduiding van:
- het beroep: [Schipper, Bakker, De Slager,]
- eigenschap: [De Goede, De Wilde]
- onderscheid met een gelijknamig persoon: [Eenoog, De Oude, De Jongste]
- de plaats of streek van herkomst: [Van Buren, Van Keulen, Van Hulshorst]
- de naam van de boerderij of landgoed: [Haverkamp, Van Munnikhof, Van
Nijeveld,]
- van een huis of herberg: [Gouweleeuw, Van der Molen, Vermeulen]
- een veldnaam: [Van den Berg, Van der Kamp, Van der Made]
De toenaam had een persoonlijk karakter, wat wil zeggen dat de broers, vader
en zijn kinderen met een andere of geen toenaam voorkomen.
Enkele jaartallen:
1545-1563
Het Concilie van Trente gaf aan om een vaste toenaam (achternaam) aan te
nemen.
23.08.1794
In België werd een ieder bij decreet van 6 Fructidor verboden een andere naam te voeren dan die
vermeld stond in de geboorteakte.
18.08.1811
Bij keizerlijk decreet (Napoleon) werd een ieder in Nederland die nog geen geslachtsnaam had
bevolen binnen een jaar een geslachtsnaam aan te nemen. Velen namen dit niet
ernstig met als gevolg geslachtsnamen die hun nageslacht in grote
verlegenheid hebben gebracht. Anderen gaven er geen gehoor aan.
17.05.1813
Bij decreet werd de termijn voor geslachtaanneming verlengd tot 01.01.1814.
05.11.1825
Bij Koninklijk Besluit (Koning Willem I) werd het bevel tot aannemen van een geslachtsnaam
onder strafbedreiging herhaald.
Hieruit volgden vele Registers van Naamsaanneming. Een akte van naamsaanneming uit het Register, laat de aangever van de naam zien en de familienaam die gewenst wordt aan te nemen. Ook ziet men de namen van degenen voor wie opgetreden wordt zoals broers, zusters, kinderen, kleinkinderen met hun leeftijd. Als laatste wordt deze akte 'indien zulks geleerd hebbende' ondertekend.